Het fenomeen van tienduizenden meeuwen die spaarbekken Eeckhoven als
slaapplaats gebruiken is reeds langer bekend. Om te overnachten gaan meeuwen immers niet zomaar
op een grasland zitten, ze hebben behoefte aan grote open waters, waar ze zich
veilig voelen tegenover predatoren. Kanalen en rivieren komen daarvoor niet in
aanmerking. Spaarbekken Eeckhoven is al decennialang een uitgelezen
slaapplaats voor duizenden meeuwen die van heinde en verre komen aanvliegen om
op het grote wateroppervlak de nacht door te brengen.
Een uurtje voor het invallen van de
duisternis begonnen grote groepen meeuwen toe te vliegen, voornamelijk uit het
zuidwesten, met bij momenten indrukwekkende lange slierten vogels.
Voor vogelkijkers is het dan ook een van de vele prachtige fenomenen die het vogels kijken zo
plezierig maken.
En zoals steeds hadden de afwezigen
ongelijk. In deze periode van het jaar toont Moeder Natuur zich
immers ook van haar mooiste kant, met prachtige zonsondergangen, met een
prachtige rode en dieppaarse gloed en dat was vanavond ook zo.
Wat hebben de afwezigen dan nog
gemist?
Tussen een overvliegende groep kramsvogels één leucistische vogel, een roepende waterral in het rietveld onderaan de dijk. Verder werden
nog genoteerd: 4 rietgorzen, 3 vinken, 2 putters, 1 grote zilverreiger, 4 bergeenden,
een grote gele kwik, krak- en wilde eenden, enkele roepende halsbandparkieten, een
boomklever en een vlucht kieviten.
Tot
midden maart kan men de impressionante slaaptrek van duizenden meeuwen dagelijks
bekijken, op de Netedijk tegenover het spaarbekken of vanuit de vogelkijkhut
van Natuurpunt aan de Lazarusstraat in Rumst.
Dan eindigt dit jaarlijks fenomeen, de meeuwen trekken dan weer naar hun
broedgebieden.
Foto: Erik De Keersmaecker
Tekst: Wouter Van Assche en Erik De Keersmaecker