zondag 26 februari 2017

Cursus Vogels kijken tijdens 2 seizoenen op stal en op stap…

Theorie-avond 1 in Natuur.huis de Paardenstal - Erik De Keersmaecker
Dinsdag 21 februari stond een eerste theorie-avond in Natuur.huis de Paardenstal op het programma. Koen Leysen van Natuurpunt CVN stond garant voor een boeiende avond, met op het menu ganzen en eenden. 

Zaterdag 25 februari konden een 25-tal deelnemers aan de cursus dit bijna allemaal live beleven, met excursies omheen het Noordelijk eiland tijdens de voormiddag en het Zennegat tijdens de namiddag.
Een vogelkijkexcursie omheen het Noordelijk eiland staat steeds garant voor enkele uurtjes vogelkijkgenot en dat was deze keer niet anders, ook omdat er meestal enkele onverwacht toemaatjes kunnen bekeken worden, en dit keer was dat een vrouwtje sperwer en enkele wondermooie nonnetjes.
Kijken naar de velduil aan het Zennegat - Frie Van Ballaer


Bij de vogelkijkexcursie omheen het Zennegat werd vooral uitgekeken naar de ontmoeting met de velduil. De voorbije weken was en is het Zennegat the place-to-be voor een ontmoeting met deze prachtige vogels.
Tientallen vogelkijkers staan er dagelijks met grote telelenzen, verrekijkers en telescopen klaar om er een glimp van op te vangen. Wandelaars, fietsers en zelfs hardlopers houden er halt en vragen ze af wat er aan de hand is. Af en toe laten de velduilen er zich van heel dichtbij bekijken en het lijkt wel dat ze totaal geen aandacht hebben voor al dat vogelkijkend volk. En dat was vandaag niet anders, minutenlang konden we er een jagende velduil bekijken.

Velduilen zijn vogels van open moerassige terreinen en ze zijn ook overdag actief, waarbij ze op jacht gaan naar woelmuizen. In Nederland broeden een 20-tal paartjes, vooral op de Waddeneilanden en Noord-Groningen. In Nederland en Vlaanderen zijn er elke winter kleine invasies van velduilen uit Noord- en Noordoost-Europa.
Tekst: Erik De Keersmaecker Natuurpunt Rupelstreek
    

woensdag 22 februari 2017

Een ode aan Dirk Colin

Op vrijdag 17/02/2017 overleed Dirk Colin na een moedige strijd, aan de gevolgen van een slepende ziekte. Onze gedachten zijn bij de nabestaanden, vrienden en kennissen van Dirk. 

Velen onder ons kenden Dirk als vogelijker en enthousiaste trekteller van de telpost Lier/Anderstad. Dirk was onlosmakelijk verbonden met zijn Anderstad, telpost die hij in het leven riep. Vele tienduizenden uren bracht hij in weer en wind door op de trektelpost, consciëntieus alle stipjes determinerend en wegschrijvend in tientallen schriftjes, wat een schatkamer aan bijzondere waarnemingen, patronen in de vogeltrek en wetenschappelijk waardevolle informatie opleverde.
Naast gepassioneerd trekteller, kamde Dirk per rijwiel de Lierse, Duffelse en Rumstse Netevallei (en voornamelijk de AWW- bekkens) uit op zoek naar bijzondere waarnemingen en ondernam hij vogelreizen in voornamelijk het West- Palearctische gebied.
Doorheen de jaren was Dirk mentor geweest van vele generaties vogelkijkers. Zo zorgde Dirk ervoor dat ettelijke vogelkijkers flink gebeten werden door de trektelmicrobe en bijvoorbeeld zelf trektelposten oprichtten.
Dirk zal voor ons steeds de peetvader van het Vlaamse trektellen zijn. Hoe hij ’s morgens vroeg, voor dag en dauw, per fiets vanuit zijn thuisbasis vertrok voor een potige fietstocht naar Lier, waar hij in halve duisternis Purperreigers uit het zwerk keek, hoe hij enthousiast, zoals enkel Dirk het kon “Reuzenstern” riep wanneer er één in mei doorkwam, hoe hij in zijn gekende stijl zijn mening ventileerde over de dingen des levens “ziede”, hoe hij tongsmakkend Waterrietzangers uit het biezengedeelte te Lier- Anderstad toverde en hoe hij, lang voor het gsm- tijdperk, naar het telefoonkotje fietste om een overtrekkende Roodkeelpieper op de vogellijn te doen plaatsen, hoe een Zwarte Ruiter hem taart kon doen eten…
Laten we Dirk danken gewoon omdat hij niet per sé iemand hoefde te zijn maar simpelweg was wie hij was, voor zijn overgave, inzet, enthousiasme en voor alles wat hij betekende voor zijn familie, vrienden, kennissen, leerlingen, collega- vogelkijkers.
Laten we Dirk herinneren, maar niet in de laatste sombere dagen, we zullen Dirk herinneren in betere tijden, hoe Dirk was toen hij nog alles kon en langzaam opwarmend in een stralende oktoberzon de vochtige kilte van een koude nacht van zich af kon schudden, euforisch vanop zijn geliefde trektelpost, vertellend wat hij vertellen wilde gewoon omdat het kon, geflankeerd door wisselende aantallen collega- trektellers, gadeslaand wat hem warmte en geluk verschafte, seizoen na seizoen, in regen en zonneschijn, in de vrijheid van het leven dat hij graag leefde. Bedankt voor wie je was en in onze gedachten voor altijd zal zijn !
En ook al zagen we je de laatste jaren minder, we weten dat we je voor eeuwig zullen missen, Dirk! 

Tekst: Wouter Van Assche – Trekteller Trektelpost Noordelijk eiland Wintam - Vogelwerkgroep Rupel


zondag 19 februari 2017

Start trektellingen Trektelpost Noordelijk eiland Wintam voorjaar 2017

Februari is een wintermaand, akkoord, en doorgaans hebben de zintuigen behoorlijk wat werk om lenteprikkels op te vangen. Toch kan deze tweede maand van het kalenderjaar, bij een zuidenwindje en hogere temperaturen heel wat migratie op de been brengen. Denken wij maar aan Aalscholver, Kievit, Houtduif, Veldleeuwerik, Vink, Graspieper, Rietgors en, wanneer de kaarten goed werden geschud, groepjes Ooievaar of Kraanvogel.  
Met goede moed, ofschoon een beetje uit vorm, met stramme verrekijkerspieren, trokken drie trektellers op zaterdagochtend 18/02/2017 dan ook naar het paviljoentje in het noorden van het Noordelijk eiland in de hoop getuige te kunnen zijn van de eerste symptomen van een nieuw trektelseizoen.
Zo zagen de trektellers, die sedert de afgelopen najaarstrek op droog zaad zaten, welgeteld 294 symptomen op 4u tijd, zo’n 74 symptomen per uur. Je zou kunnen zeggen, dat is weinig. Inderdaad.  Dat klopt. Maar mochten het meteorieten zijn, zou het toch prima geweest zijn. En het waren nog altijd geen zakken suiker.
Zo hotsten Spreeuw (102), Graspieper (11), Veldleeuwerik (11) Vink (31) en Kievit (33) in kil enthousiasme richting poolster, helaas waren ze vergeten een uitnodiging voor de poolparty te sturen naar hun vriendjes. Een mooi uitgedost groepje Brandganzen (25) hield het ook voor bekeken en trok te strijde richting Vikingland. 
Naast deze fabelachtig twijfelende aanzet tot het nieuwe trektelseizoen, werden de trektellers getrakteerd op de deugddoende medewerking van de lentezon en een jonge bever die ’s ochtends in de grote plas van het Noordelijk eiland patrouilleerde. De komende weken zullen de aantallen migrerende vogels enkel maar toenemen en kijken wij met z’n allen uit naar de terugkomst van onder andere Blauwborst, Oeverzwaluw, Zwartkop, Tjiftjaf, Lepelaar, Koekoek, Boomvalk en andere die het stuk voor stuk wel gezien hadden in hun winterverblijven.
Tekst en foto: Wouter Van Assche

donderdag 16 februari 2017

Vogelkijkers Vogelwerkgroep Rupel tellen ruim 22.000 meeuwen bij spaarbekken Eeckhoven in Rumst

Voor het 2de jaar op rij telden vrijwilligers van Vogelwerkgroep Rupel aanvliegende meeuwen bij spaarbekken Eeckhoven in Rumst. De Netedijk aan de kant van Walem ter hoogte van de Blankaartvijver is daarvoor de beste locatie. Op die plaats heeft men een prima zicht op de aanvliegende meeuwen, die het spaarbekken aan de overkant van de rivier als slaapplaats gebruiken. Elke teller keek in een bepaalde windrichting naar aanvliegende meeuwen en achteraf werden de aantallen opgeteld, dat leverde een totaal op van 22.489 vogels.
Het fenomeen van tienduizenden meeuwen die spaarbekken Eeckhoven als slaapplaats gebruiken is reeds langer bekend. Om te overnachten gaan meeuwen immers niet zomaar op een grasland zitten, ze hebben behoefte aan grote open waters, waar ze zich veilig voelen tegenover predatoren. Kanalen en rivieren komen daarvoor niet in aanmerking. Spaarbekken Eeckhoven is al decennialang een uitgelezen slaapplaats voor duizenden meeuwen die van heinde en verre komen aanvliegen om op het grote wateroppervlak de nacht door te brengen.

Een uurtje voor het invallen van de duisternis begonnen grote groepen meeuwen toe te vliegen, voornamelijk uit het zuidwesten, met bij momenten indrukwekkende lange slierten vogels.
Voor vogelkijkers is het dan ook een van de vele prachtige fenomenen die het vogels kijken zo plezierig maken.
En zoals steeds hadden de afwezigen ongelijk. In deze periode van het jaar toont Moeder Natuur zich immers ook van haar mooiste kant, met prachtige zonsondergangen, met een prachtige rode en dieppaarse gloed en dat was vanavond ook zo.  

Wat hebben de afwezigen dan nog gemist?
Tussen een overvliegende groep kramsvogels één leucistische vogel, een roepende waterral in het rietveld onderaan de dijk. Verder werden nog genoteerd: 4 rietgorzen, 3 vinken, 2 putters, 1 grote zilverreiger, 4 bergeenden, een grote gele kwik, krak- en wilde eenden, enkele roepende halsbandparkieten, een boomklever en een vlucht kieviten.
Tot midden maart kan men de impressionante slaaptrek van duizenden meeuwen dagelijks bekijken, op de Netedijk tegenover het spaarbekken of vanuit de vogelkijkhut van Natuurpunt aan de Lazarusstraat in Rumst.  Dan eindigt dit jaarlijks fenomeen, de meeuwen trekken dan weer naar hun broedgebieden.

Foto: Erik De Keersmaecker
Tekst: Wouter Van Assche en Erik De Keersmaecker


Een Rondje Noordelijk eiland en meer…

Het is zaterdagochtend 11 februari en een frisse -3°C op de meter wanneer Tim en ik in de auto stappen richting Tolhuis veer. Ik ben altijd op de uitkijk wanneer ik in de auto zit, er moest maar eens iets te zien zijn…
Een gekend natuurfotograaf zei me eens dat :”je vaak meer ziet op de weg heen en terug naar de parking dan op de trip zelf, dus wees altijd alert.” En gelijk had hij, bijna aangekomen zien we links in de weide tussen het hoge gewas 7 reeën staan. Het is nog ietwat donker om te fotograferen maar ik doe het toch, al is het maar als voer voor latere gesprekken.

We tellen twee volwassen reebokken, drie geiten en verrassend genoeg een knappe jonge zwarte bok alsook een zwarte geit. We zijn in ons nopjes dat beloofd hopelijk veel goeds voor de wandeling…
Aan het ponton aangekomen begint het zachtjes te sneeuwen, allicht de reden waarom we maar met z’n vieren zijn vermoeden gidsen Nel en Jan.  

De afwezigen hebben ongelijk klinkt het voorspelbaar. Een eenzame grote zilverreiger wacht ons op aan de overzijde.
Op het eiland is het rustig, afgezien van de licht gealarmeerde Canadese ganzen die onze aanwezigheid al hebben opgemerkt.  Na verloop van tijd kiezen enkele het luchtruim om te gaan foerageren weet Nel ons te zeggen.
Tijdens onze wandeling zien we de courante gasten, zoals: bergeend, tafeleend, krakeend, kuifeend en kleine zilverreiger.  Maar ook een 10-tal nonnetjes waaronder 2 mannetjes.


Aan de zuidelijkste punt zien we een aantal staartmeesjes in hun gewoonlijke onderlinge spel zich bijna onbewust van onze aanwezigheid. Alsook enkele aalscholvers en een opgejaagde watersnip.
Eens voorbij de sluis staan we oog in oog met een mooie verschijning, één van de Konikpaarden die instaan voor het begrazen van de weiden.
Een beetje verderop lopen in de verte een 5-tal wulpen, we hadden ze bijna gemist.






Terug bij de eerste plas worden we verwend met een luchtballet van een 30-tal kieviten die de plas grondig verkennen voor ze landen.



 
Ondanks het grauwe weer hebben we toch heel wat kunnen zien deze ochtend.
Op de terugweg naar huis hebben we geluk om nog meer dan een glimp op te vangen onze twee zwarte reeën.








Tekst en foto’s:  David Van den Broeck