zondag 23 september 2018

24 jaar zwaluwen tellen in de Rupelstreek

Net zoals de voorbije 23 jaar gingen enkele vrijwilligers van Natuurpunt Rupelstreek de voorbije maanden op stap langs boerderijen, paardenstallen, fabrieksgebouwen, straten en pleinen voor het tellen van bewoonde nesten van huiszwaluwen en boerenzwaluwen. In de jaren ‘70 en ‘80 van de vorige eeuw was voor elkeen duidelijk dat de zwaluwenpopulaties in onze Vlaamse dorpen en steden rake klappen moesten incasseren.
Huiszwaluw in de vlucht
foto: Raymond De Smet
Iedereen die toen sporadisch naar vogels keek, herinnert zich in elk Vlaams dorp rijen nesten van huiszwaluwen onder dakgoten van huizen en andere gebouwen of de vele boerenzwaluwen die laag over de weilanden en akkers scheerden en de vele 10-tallen nesten in boerenstallen en -schuren. Vele kolonies werden één na één verlaten en achteraf bleven enkel nog lege, na enkele jaren afgebrokkelde en later enkel de ringvormige afdrukken van verdwenen nesten achter.   





Zie een zwaluw…
Duidelijke cijfergegevens die dit vermoeden konden bevestigen waren er niet, daarom werd in 1995 en 1996, onder de naam: Zie een Zwaluw, een eerste grootschalige inventarisatie van huis- en boerenzwaluwen in het hele Vlaamse land georganiseerd. Aan dit erg laagdrempelig project namen honderden vrijwilligers deel, zodat de resultaten ook vrij gebiedsdekkend waren.
De tellers in de Rupelstreek hadden de smaak van het zwaluwennesten tellen zo goed te pakken, dat ze ook de volgende broedseizoenen bleven tellen. Deze jaarlijkse volgehouden inspanningen, nu al over een periode van 24 jaar, levert ons nu bijzonder interessante informatie op. Naast het louter zwaluwnesten tellen, werden in onze regio ook de eerste beschermingsprojecten opgestart. Die acties hadden vooral tot doel om de bestaande kolonies te behouden en zo mogelijk uit te breiden.

Huiszwaluwen opnieuw stevig thuis in de Rupelstreek
Wanneer we de resultaten van de tellingen van de voorbije maanden bekijken, kunnen we met bijzonder veel voldoening vaststellen dat onze acties, dankzij een uitmuntende samenwerking met Regionaal Landschap Rivierenland en de Rupelgemeenten voor bijzonder mooie resultaten hebben gezorgd.
We zetten de resultaten hieronder even beknopt op een rijtje.
Toplocatie dit jaar zijn opnieuw de gebouwen van de oude Electrabelcentrale langs de oevers van de Schelde in Schelle, met 56 nesten, daarmee komt de kolonie weer op het niveau van de voorbije jaren, na het dipje van vorig  jaar. De kolonie in de Rumstse centrumstraten staat met 46 nesten op nummer 2, opnieuw een schitterend resultaat voor de campagne: Zwaluwen thuis in Rumst.  Met 21 nesten tevens een bijzonder mooi resultaat voor de kolonie aan de gebouwen van de Jacobs betoncentrale aan de Herbekestraat in Hemiksem, na enkele dipjaren lijkt de kolonie zich daar stevig te herstellen . De 2 kolonies in Boom halen dit jaar samen een totaal van 31 nesten, dat is een minder goed resultaat dan de voorbije jaren en deze locaties vragen dus extra aandacht.
Dank aan de tellers in 2018: Erik De Keersmaecker in Boom en Schelle, Peter Hofman in Hemiksem en Ludwig Laureyssens in Rumst.

Boerenzwaluwen houden stevig stand…
Dit jaar werden in de 5 Rupelgemeenten 107 bewoonde nesten van de boerenzwaluw geteld en daarmee halen we het 2de beste resultaat sinds de start van de tellingen in 1995, vorig jaar werd één nest meer geteld.
Boerenzwaluwen op een rij
foto: Yente De Maesschalck
Reet is met 41 broedpaartjes het beste Rupeldorp voor de boerenzwaluw en daar werd dit jaar het beste resultaat gehaald sinds de start van de tellingen in 1995. Met 27 broedpaartjes staat Schelle op plaats 2, waren 1997 en 1998 met telkens 43 paartjes daar de beste jaren. Met 20 broedpaartjes staat Rumst op plaats 3, toplocatie in Rumst is een plek in de Doornlaarlei met 5 nesten. De kolonie in de paardenstallen van de manege aan de ’s Herenbaan in Boom telde dit jaar 18 paartjes, een mooi gemiddelde voor die locatie. In Hemiksem tenslotte houdt de boerenzwaluw stand met 1 paartje in een oude hoeve aan de Valkenisseweg.


Dank ook aan de boerenzwaluwtellers in 2018: Peter Hofman in Hemiksem, Ludwig Laureyssens in Reet en Rumst, Erik De Keersmaecker in Boom en Yente De Maesschalck in Schelle.
   


maandag 17 september 2018

Sterneneiland op het Noordelijk eiland



Noordelijke plas Noordelijk eiland – foto: Erik De Keersmaecker
Soms bieden bijzondere omstandigheden mogelijkheden om iets uitzonderlijk te realiseren. Als gevolg van de lange droogteperiode stond de noordelijke plas op het Noordelijk eiland begin september praktisch volledig droog. Dat bracht ons op het idee om van de gelegenheid gebruik te maken om in de opgedroogde plas een eiland aan te leggen. Een idee dat meteen in goede oren viel bij de medewerkers van het Agentschap Natuur en Bos. Minder dan een week later werd er reeds gestart met de aanleg van het eiland, waarvan de toplaag zal bestaan uit zand en schelpen. Rondom het eiland werd een diepere geul gegraven om predatie door vos te ontmoedigen. Naar de toekomst toe moet het eiland vrijgehouden worden van vegetatie en vooral wilgen- en berkenopslag, iets waarvoor wij ons als Natuurpuntvrijwilligers graag engageren.
Streefdoel is dat het eiland tijdens de lente van volgend jaar, ongeveer 20 cm boven het waterniveau uitsteekt, daardoor zou het bijzonder goed geschikt zijn, als broedplaats voor grondbroeders zoals visdief, kleine plevier en kluut. Al is de kans bijzonder groot, dat ook kokmeeuwen het eiland snel zullen ontdekken als broedplaats.
Tekst: Erik De Keersmaecker - Natuurpunt Rupelstreek

vrijdag 6 april 2018

Vrijwilligers Natuurpunt plaatsen nestvlotjes voor visdiefjes


De uren vrijwilligerswerk die momenteel door vele vrijwilligers van Natuurpunt in de Kleiputten Terhagen gepresteerd worden, zijn nog nauwelijks te tellen. Een van die projecten is het plaatsen van nestvlotjes voor visdiefjes.
Visdiefje - foto: Fons Van den heuvel
Visdiefjes (Sterna hirundo) behoren tot de familie van de sternen. De opvallendste kenmerken zijn de grijze bovenvleugels en rug, de zwarte kopkap, de diep gevorkte staart en een oranjerode snavel met vooraan een zwart puntje. Midden april komen ze terug vanuit de overwinteringsgebieden in West-Afrika.
Hier aangekomen zoeken ze een geschikte broedplaats op, van nature zijn dat zandvlaktes en schelpbanken.
Het zijn dus grondbroeders en sinds de terugkeer van de vos, een natuurlijke predator van grondbroeders, zoeken natuurbeschermers naar manieren om de vos te slim af te zijn en het visdiefje als broedvogel te behouden.
Een methode, die sinds 2013 door vrijwilligers van Natuurpunt Rupelstreek met succes op het Noordelijk eiland wordt toegepast is het plaatsen van nestvlotjes.
Plaatsen nestvlot noordelijke plas
Kleiputten Terhagen - foto: Steven Roels

Dezelfde methode werd eveneens toegepast in de Kleiputten Terhagen, tijdens het voorjaar van 2017 werden 3 nestvlotjes op de noordelijke plas geplaatst en dat zorgde meteen voor een geslaagd broedgeval.
De ervaring van het voorbije jaar heeft ons echter ook geleerd dat de kleine vlotjes op die plas erg veel wind vangen en kunnen kapseizen. Daarom werd er dit jaar voor geopteerd om de kleine vlotjes aan elkaar te monteren, zodat er een groter en robuuster vlot ontstaat. 

vrijdag 23 februari 2018

Vogelkijkvierdaagse Zeeland 15-18 februari 2018

foto's   |  Frie Van Ballaert      

https://www.zonerama.com/FrieVB/Album/4113557

donderdag 11 januari 2018

Reigers op het slik

Reigers op het Rupelslik, met v.l.n.r:
kleine zilverreiger, grote zilverreiger en blauwe reiger
foto: David Van den Broeck

In deze periode van het jaar heb je een bijzonder goede kans om langs de Rupel enkele reigersoorten te bekijken. Een overtochtje met de veerboot op de Rupel in Schelle met laag of afgaand getij levert je gegarandeerd prachtbeelden van reigers op. Reigers zijn superbe opportunisten die perfect weten waar en wanneer ze ergens moeten staan. Met afgaand getij bij de slikplasjes langs de oevers van de Rupel bijvoorbeeld. De plaat met steenbestortingen tegenover de veersteiger in Schelle is z’n plek en ook de slikplaten naast de veersteiger zijn prima plekjes. Andere topplekken om reigers te bekijken zijn de brede slikplaten ter hoogte van Boom, Terhagen en Rumst. Soorten die je gegarandeerd in beeld krijgt zijn: blauwe reiger, grote zilverreiger en kleine zilverreiger. Roerdomp is de vierde reigersoort, maar om die te spotten moet je al veel meer geluk hebben en veel meer geduld.

zondag 31 december 2017

In de bres voor de torenvalk

Plaatsen nestkast torenvalk - foto: David Van den Broeck
Net zoals de kerkuil scoort de torenvalk hoog op onze zorgparade. Verspreid over de Rupelstreek hangen een 15-tal nestkasten, die met uitzondering van een nestkast in de toren van de Sint-Bernardusabdij in Hemiksem allemaal in weer en wind tegen hoge bomen hangen en dus een regelmatig onderhoud vragen. Deze periode van het jaar is daar bijzonder geschikt voor. Om de nestkasten te bereiken is een lange ladder onmisbaar en moet er soms door weilanden gewandeld en over prikkeldraad afsluitingen geklauterd worden. In een weide vol met koeien is dat niet altijd vanzelfsprekend. Soms staat er ook het verplaatsen van een nestkast op het programma, zoals op dinsdag 26 december 2017, toen een nestkast langs de Bovenvliet verplaatst werd tegen een hoge populier op een terrein van het bedrijf Wolf Oil in Hemiksem. Waarvoor dank aan het bedrijf Wolf Oil voor hun akkoord om de nestkast op hun terrein te plaatsen.


Najaarstrektellingen Noordelijk eiland Wintam 2017 – een overzicht

Met een flinke geut enthousiasme werd getuurd naar soms ontieglijk lege, halfvolle, en soms boemestevolle uitspansels.  Deze laatsten waren soms laag, dan weer iets hoger maar vaak ook oneindig hoog en gulblauw, tot aan die enigmatische kogelvrije muur achterin het heelal. Ja, trektellen vergt wat van ’n mens.
Het vergt even veel effort dan in je bed te blijven liggen. Maar het is veel plezanter, oh ja!
Trektellers Noordelijk eiland, met v.l.n.r.: Saskia, Frederik, Wouter, Karel en Kris 
Het najaar vangt, volgens het grote boek der trekvog’len aan op het einde van de maand augustus. Eindigen doen we omstreeks half november, wanneer een symbiose van lagere aantallen, kilte en her en der partners op de rand van chronische eenzaamheid de drempelvrees van de trektellers doet culmineren.
Beginnen doen we dus met augustus. Tot tweemaal toe werd er geteld. 11u30 telgenot maar liefst. De eerste visarend en duinpieper liepen tegen de lamp. Ze moeten het maar leren: over Wintam vliegen = een streepje! 
De maand september telde elf min één telmomenten, goed voor 52 teluren. Hoogtepunt met een grote ‘K’ was de zeearend ofte koeienklamper die op 23/09/2017 over het Noordelijk eiland trok. Deze lang verwachte natte droomsoort liet zich uitgebreid en op verschillende telposten in de omgeving gadeslaan. Helaas was deze vliegende deur niet voor iedereen weggelegd. Verder snorkelden 74 ooievaars (71 op 17/09!), 31 lepelaars, 510 aalscholvers, 3 visarenden, 6 wespendieven, 18 sperwers en 15 bruine kiekendieven over de Rupel en over de hoofden van aanschouwende trektellers.  De tweede duinpieper en meteen hekkensluiter voor deze soort droop op 22/09/2017 over de verrekijkerlenzen. Het instinct van de enige Europese kanarie op 29/09 zorgde voor een trekbeweging richting evenaar. De heggemus zorgde op 24/09 voor een record van 31 vogels. 
Oktober mag niet ontgoochelen, 17 dagen, goed voor meer dan 95 uur, met een propere 135.000 vogels!  Frappant was de aanhoudende, soms krachtige wind uit zuidelijke richtingen. Deze tegenwind zorgde voor erg zichtbare trek nu migrerende pluimen inderdaad de neiging hebben veel lager te vliegen bij tegenwind.  
Het is elk jaar reikhalzend uitkijken naar het eerste smelleken. Hier heeft Frederik, onze gezaghebbende smellekensvinder een patent op. Op 1/10 leverde Frederik zoals vanouds! In oktober zullen in totaal 4 smellekens onderschept worden (max. 2 op 19/10).  Rode Wouwen deden het deze maand behoorlijk met 7 stuks en max. 3 op 19/10. Met verwachtingvolle berichten van duizenden buizerds die overstaken in Falsterbo, werd nagelbijtend uitgekeken naar thermiekzuilen en aanzeilende buizerds. Deze deden het niet slecht op sommige dagen maar een geslaagde dag moet toch flink boven de 100 stuks uitkomen. Dat haalden we niet, wel resp. 99, 84 en 43 stuks op 14/10, 15/10 en 19/10. Net zoals met de buizerds is het ook telkens uitkijken naar de aankomst van de eerste kleine zwanen. Deze eer viel Frederik te beurt op 31/10 met 3 exemplaren!  Lijsters deden het erg behoorlijk met redelijke aantallen voor koperwiek (o.a. 2.312 op 28/10 en 1.266 op 19/10) en 463 zanglijsters (08/10). Veldleeuwerik haalde dit jaar zelfs geen dagmaximum van 1.000 stuks (max. 760 op 25/10) terwijl we vorig jaar vlot over de 9.300 stuks gingen op één dag!  
Een erg opvallende verschijning dit jaar was de appelvink. Quasi 300 stuks vlogen over de Rupelbocht, met max.43 op 13/10; record na record werd verbroken. Een vink had op 14/10 12.705 vriendjes meegebracht richting ZW. De graspieper deed hetzelfde op 13/10 met 1.823 vriendjes.  Boomleeuwerik deed het puik met 49 stuks op 19/10.  Een sneeuwgors passeerde 1x roepend op 16/10.  Enkele buidelmezen en baardmannetjes maakten ook hun opwachting. Records gingen vlot voor de bijl tijdens de tiende maand van het jaar MMXVII.  Hiervoor zorgden 411 rietgorzen (25/10), 781 kokmeeuwen (28/10), 139 witte kwikken (13/10), 186 kneus (1/10), 14 tjiftjaffen (04/10) en 9 beflijsters (08/10)!
Wouter Van Assche
Alvorens november de migratiedeur krakend en snerpend achter zich dicht trekt, hozen zich traditioneel nog een behoorlijke portie lijsters en duifjes door de steeds enger wordende corridor.  November kende tot nog toe 3 trektelmomenten. Wellicht komt  er nog minstens ééntje bij gelet op de aan de gang zijnde invasie van Barmsijzen, één der fraaist getooide zangvogeltjes uit het hoge noorden die hun komst fel enthousiast “chet- chet- chet”-terend aankondigen. Een goede zestien teluren brachten toch enkele soorten geheel bovenaan de recordtabellen: 79 merels op 4/11, 105 stormmeeuwen op 14/11 en 8.359 houtduiven op 1/11. Verder zorgde deze maand voor de eerste goudplevieren (7 stuks op 1/11), goudvink (1/11), de tweede blauwe kiekendief (1/11), 803 kramsvogels (14/11), een extra tiental kleine zwanen (18/11) en de eerste tekenen van de
barmsijsinflux op 14/11 met 63 stuks!
Een erg fraai najaar met heel wat records, te danken aan de tegenwind en goede aanvoer. Het is nu wachten op de voorjaarstrek die zich vanaf eind februari op gang trekt. Dus : adios en tot in den uitkom !
Geïnteresseerden lezen meer over de telpost en aantallen op www.trektellen.nl (doorklikken naar België – Noordelijk eiland, Wintam). 
Tekst: Wouter Van Assche